Hieronder is het Initiatiefrapport (gedateerd: 17 december 2004) van de tentoonstelling met de werktitel: ‘Inpakken en wegwezen – emigratie van Nederlanders naar Australië’ . Deze exposities was georganiseerd in het kader van het evenement ‘1606 – 2006; 400 jaar relaties Nederland – Australië’.
- Aanleiding
In 1606 voer het VOC-schip Duyfken vanuit Java zuidwaarts om tot dan toe onbekende gebieden in kaart te brengen en op zoek te gaan naar nieuwe handelsgebieden. Tijdens deze tocht kreeg de kapitein van het schip onbekend land in zicht. Hij verkende het gebied maar vond het niet interessant genoeg voor de VOC. Het onbekende land dat zij als eerste Europeanen aandeden was het Australische schiereiland Cape York. Het bezoek van de Duyfken was het begin van een lange relatie tussen Nederland en Australië.
Het jaar 2006 markeert de vierhonderdste verjaardag van de relatie tussen de twee landen. In dat jaar wordt zowel in Australië als in Nederland aandacht besteed aan de vriendschappelijke banden door middel van verschillende activiteiten. Op het programma staan onder meer tentoonstellingen, wetenschappelijke symposia, activiteiten voor kinderen en uitwisselingen op het gebied van sport, cultuur en wetenschap. Binnen de activiteiten komen steeds vier thema’s aan bod. De thema’s zijn de rol van de VOC in het in kaart brengen van Australië, de samenwerking tussen de strijdkrachten tijdens de Tweede Wereldoorlog, de verschillende aspecten van de vriendschappelijke relatie tussen de landen en de emigratie van Nederlanders naar Australië. Aan dit laatste thema wil de dienst Communicatie door middel van een tentoonstelling aandacht besteden. Vele tienduizenden Nederlanders emigreerden naar dit ‘beloofde land’ met een piek tussen 1945 en 1961. In 1936 kreeg de emigratie zelfs een ‘modern’wettelijk kader toen de Tweede Kamer de Landverhuizerswet aannam. Hiermee werd onder andere de voorlichting aan, het toezicht op en de huisvesting van emigranten geregeld. In 2006, zeventig jaar na dato is de wet pas twee keer gewijzigd maar het onderwerp is nog steeds actueel. De afgelopen jaren emigreren Nederlanders weer op grote schaal. Hoe verging het hun voorgangers in Australië, met welke verwachtingen ging men toen weg en hoe integreerden zij. Australië en Nederland zijn beide immigratielanden en wellicht kunnen zij op dit gebeid nog van elkaar leren.
Behalve in een tentoonstelling komt het thema emigratie ook aan bod tijdens een symposium dat het Nationaal Archief organiseert.
- Doelstelling
Doelstelling van de tentoonstelling ‘Inpakken en Wegwezen’ is inzicht te bieden in het hoe en waarom van de emigratie van Nederlanders naar Australië en de gevolgen daarvan voor de emigranten. De nadruk zal liggen op de periode 1945 – 1960 toen het aantal emigranten het hoogst was. Verder toont de tentoonstelling de gevolgen van de toenemende wens tot emigratie op de wetgeving rond dit onderwerp.
Neveneffect van de tentoonstelling kan zijn dat het laat zien dat de Nederlandse emigranten van toen vergelijkbare problemen kenden als de immigranten van nu in ons land.
- Doelgroep
De tentoonstelling richt zich in de huidige opzet op het algemene publiek waarbij een onderscheid zal worden gemaakt tussen volwassen bezoekers en kinderen (leeftijd 10-12 jaar). Het algemene publiek dat nu de tentoonstellingen in de Tweede Kamer bezoekt, bestaat voornamelijk uit groepsbezoeken en de ‘bewoners’ van de Kamer. Doel van de tentoonstelling is meer individuele bezoekers te trekken. Dat kan worden bereikt door het opzetten van een goed publiciteits- en marketingplan. Ook de opname van de tentoonstelling in het publiciteitsplan van het jubileumprogramma Nederland – Australië 1606 – 2006 speelt hierbij een belangrijke rol.
De doelgroep weet wat het begrip emigratie inhoud. Velen zullen familie hebben die in het verleden naar Australië zijn geëmigreerd. Alleen zal niet iedereen beseffen welke moeilijkheden de emigranten, zowel emotioneel als materieel, hadden te overwinnen. Niet iedereen ging een gouden toekomst tegemoet. De tentoonstelling zal dit beeld waarschijnlijk verhelderen.
- Organisatie
Opdrachtgever van de tentoonstelling ‘Inpakken en wegwezen’ is de dienst Communicatie van de Tweede Kamer. Zij is eindverantwoordelijk voor de inhoud, het ontwerp en de productie van de tentoonstelling en het beheer van het budget. De uitvoering hiervan ligt in handen van de tentoonstellingsmedewerker.
Inhoudelijke ondersteuning krijgt de tentoonstellingsmedewerker van Marijke van Faassen, van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en Nonja Peters, directeur Migration Research Unit van de Curtin University Perth. Verder zal de tentoonstelling deel uitmaken van het programma van activiteiten dat in het kader van Australië – Nederland 1606 – 2006 wordt georganiseerd. Dit programma wordt gecoördineerd door Laura van Deelen, projectleider van het projectbureau van Stichting VOC Fonds in samenwerking met de Australische Ambassade.
In beide landen staan onder andere tentoonstellingen, wetenschappelijke symposia en uitwisselingen op het gebied van sport, cultuur en wetenschap op het programma. Tevens zijn er activiteiten voor kinderen.
- randvoorwaarden
De tentoonstelling heeft een tijdelijk karakter en zal plaatsvinden in de statenpassage van het Tweede-Kamergebouw. Vanwege de nieuwe beveiligingsmaatregelen in het gebouw zal goed nagedacht moeten worden over de toegankelijkheid van de tentoonstelling voor bezoekers van buiten de Kamer. In het ontwerp van de tentoonstelling moet rekening worden gehouden met toegankelijkheid voor rolstoelen en de ontvangst van groepen.
Voor de tentoonstelling zal voornamelijk gebruik gemaakt moeten worden van bruiklenen (veelal overzees). Dit heeft consequenties voor het transport, de verzekering en de conservering van de voorwerpen (bijvoorbeeld plaatsing in vitrines).
- Projectresultaat
Het achterliggende idee bij de tentoonstelling is dat het een ‘mensenverhaal’ wordt, geen droge opsomming van feiten en cijfers. Hierdoor zal het onderwerp de bezoekers gemakkelijker kunnen aanspreken. In de tentoonstelling worden twee verhaallijnen verteld: het verhaal van de volwassen emigranten en dat van de kinderen. Dit onderscheid is in de inhoud terug te vinden maar ook fysiek in het ontwerp van de tentoonstelling. Kinderen van nu kunnen zich identificeren met de kinderen van toen. Volwassen van nu zijn de kinderen van toen maar kunnen zich ook verplaatsen in de wereld van de volwassenen van toen.
In de tentoonstelling komen vier thema’s aan bod.
Thema 1: de redenen om te emigreren:
a. vanuit het emigratieland (de actieve emigratiepolitiek) en de emigranten zelf (overbevolking, verwachte economische recessie, vlucht voor verzuiling,angst voor communisme, de koude oorlog, angst voor derde wereldoorlog en ‘betere toekomst voor de kinderen’);
b. vanuit het immigratieland (te weinig arbeidskrachten, buffer tegen Japanse invasie, Aziatische expansie);
c. welke organisaties zijn hierbij betrokken geweest.
Thema 2: de overtocht:
hoe is de overtocht naar Australië geregeld, met welke schepen vertrekken de emigranten, hoe waren de situatie en de verhoudingen aan boord.
Thema 3: de situatie bij aankomst:
hoe was de opvang in Australië geregeld, hoe waren de condities en de faciliteiten in de opvangkampen, hoe was de relatie tussen de emigranten onderling, waar hield men zich mee bezig.
Thema 4: de integratie in Australië:
hoe kwam men aan werk en huisvesting, hoe leerde men de taal, hoe ging de autochtone bevolking om met de nieuwkomers. Maar ook de mensen bij wie de emigratie, de intergratie mislukte, zij die weer remigreerden.
- Planning
De ontwikkeling van de tentoonstelling is in een aantal fasen te verdelen.
Fase I: Initiatieffase.
Vaststelling thema, doelgroep, doelstelling, randvoorwaarden, globale tijdsplanning en kostenraming. Besluitvorming op basis van het initiatiefrapport (bijgaand)
Gereed: 17 december 2004
Fase II: Voorbereidingsfase:
fase van inhoudelijk onderzoek en planontwikkeling. (literatuur- en archiefonderzoek). Storyline wordt opgezet en eerste schetsen gemaakt. Globale kostenbegroting en tijdsplanning. Tweede besluitvormingsmoment op basis van schetsontwerp.
Gereed: april 2005.
Fase III: Uitwerkingsfase:
fase waarin definitieve keuzes worden gemaakt, zoals de keuze van objecten, het schrijven van de teksten en het vaststellen van het ontwerp. Het promotieplan wordt gemaakt. Gedetailleerde begroting is gereed. Derde besluitvormingsmoment op basis van het definitieve ontwerp.
Gereed: november 2005
Fase IV: Productiefase;
Bouw van de tentoonstelling. Eventueel ontwikkeling van ondersteunende publicaties. Promotionele acties worden uitgevoerd. Voorbereiding van de opening. Budgetbewaking en voortgangscontrole. Alle activiteiten in deze fase resulteren in een volledig ingerichte tentoonstelling met de eventueel geplande activiteiten. Vierde besluitvormingsmoment op basis van functioneringsprogramma met openingsprogramma.
Gereed: eind maart 2006. Duur van de tentoonstelling: 7 maanden
De opening van de tentoonstelling zou kunnen samenvallen met een symposium over de 400-jarige relatie tussen Nederland en Australië dat in maart 2006 in de Rolzaal van de Ridderzaal wordt georganiseerd door het Nationaal Archief.
Fase V: Functioneringsfase:
Onderhoud van de tentoonstelling, maken van een plan voor de demontage van de tentoonstelling.
- Vormgeving
Bij de keuze van het ontwerpbureau wordt gewerkt volgens de procedure van de Afdeling Inkoop waarbij drie ontwerpbureaus de mogelijkheid krijgen een offerte aan te bieden.
- Promotie
De Tweede Kamer moet door middel van het opzetten van een gerichte pr-campagne de doelgroepen attenderen op het bestaan van tentoonstelling en hen aanzetten de tentoonstelling te bezoeken. Voor het opzetten van een dergelijke campagne wordt gebruik gemaakt van de expertise binnen en buiten de Tweede Kamer. Voor de uitvoering ervan zal een apart budget gereserveerd moeten worden.
Daarnaast wordt de tentoonstelling opgenomen in het publiciteitsplan van het projectbureau van de viering en kan zo meeliften met de publiciteit over het jubileumjaar.
- kostenraming (zie bijlage) en financiering
Voor de financiering van de tentoonstelling heeft de dienst Communicatie in 2005 € 20.000,- begroot. Hiervan kunnen aanbetalingen die in 2005 gedaan moeten worden, worden betaald. In de begroting van 2006 is € 50.000,- opgenomen. Het overige bedrag ad € 30.000,- moet via fondsen worden verworven.
De tarieven die bij de samenstelling van kostenraming zijn gehanteerd, dateren uit 2004. De daadwerkelijke productie van de tentoonstelling zal plaatsvinden in 2005/2006. Hierdoor kunnen de bedragen in de kostenraming enigszins afwijken van de daadwerkelijke uitgaven.
Zie ook: The preservation and digitalisation of Dutch- Australian Migrant Registration Cards